Overzichtsartikelen

MICROBIOTA-IMMUUNINTERACTIES BIJ KANKERONTWIKKELING EN BEHANDELING

NTvL - 2023, nummer 4, december 2023

drs. S. Dieleman , drs. L. Hillege , drs. J. Ziemons , drs. L.F.S. Kooreman , dr. J. Penders , dr. A. Boleij , prof. dr. H.I. Grabsch , prof. dr. M.L. Smidt

SAMENVATTING

De samenstelling van de darmmicrobiota verschilt tussen kankerpatiënten en gezonde controlepersonen. Verschillende mechanismen zijn beschreven die mogelijk verklaren hoe de darmmicrobiota kankerontwikkeling en behandelingen beïnvloedt. Het immuunsysteem speelt hierbij een belangrijke rol. Bacteriën beïnvloeden de infiltratie van immuuncellen en deze kunnen een stimulerende of juist remmende werking hebben op de tumor. Naast de darmmicrobiota is er mogelijk aanwezigheid van tumorspecifieke bacteriën in verschillende kankersoorten, dat mogelijk ook bijdraagt aan de lokale modulatie van de tumor-immuunmicro-omgeving. Er is echter nog veel discussie gaande over het bestaan van tumorspecifieke microbiota. Dit artikel geeft een overzicht van de invloed van de microbiota op het immuunsysteem in de ontwikkeling van kanker en de werking van immuuntherapie.

(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023:1(4):177–82)

Lees verder

LOOP NIET UIT DE PAS: DE INTERNE KLOK ALS AANGRIJPINGSPUNT VOOR LEEFSTIJLINTERVENTIES

NTvL - 2023, nummer 4, december 2023

dr. M.G. de Rijk , dr. J.E. Oosterman

SAMENVATTING

Onze interne (biologische) klok reguleert bijna alle processen in het lichaam, afgestemd op het 24-uursritme in licht en donker. In de huidige maatschappij leven we sinds de opkomst van het kunstlicht niet meer met het opkomen en ondergaan van de zon, en steeds meer mensen werken in ploegendiensten. Tegelijkertijd zien we juist bij mensen die in nachtdiensten werken vaker metabole aandoeningen, zoals overgewicht en diabetes type 2. Niet alleen nachtdienstwerkers leven uit fase met hun interne klok; in de huidige 24-uurseconomie, waarin we onze interne klok niet altijd meer respecteren, lopen veel meer mensen het risico om metabole ziekten te ontwikkelen, door bijvoorbeeld laat eten, weinig slapen en lichtblootstelling tot laat op de avond. Het op de juiste tijd uitvoeren van leefstijlinterventies kan leiden tot een verbetering van het ritme van de biologische klok. Dit kan een aanvullende strategie zijn om bij te dragen aan het verbeteren van metabole gezondheid en glucosehomeostase, niet alleen voor nachtdienstwerkers, maar voor de gehele populatie.

(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(4):169–76)

Lees verder

24-UURSRITME IN LICHT EN DONKER ALS BASIS VOOR DE OPTIMALE TIMING VAN LEEFSTIJLINTERVENTIES

NTvL - 2023, nummer 4, december 2023

dr. A.L. Opperhuizen , dr. M.C.M. Gordijn

Deze editorial hoort bij de bijdrage van De Rijk MG, Oosterman JE, getiteld ‘Loop niet uit de pas: de interne klok als aangrijpingspunt voor leefstijlinterventies.’

(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(4):167–8)

Lees verder

INTERPROFESSIONELE SAMENWERKING BINNEN DE PARAMEDISCHE (LEEFSTIJL)-ZORG: WAAROM IS DIT ZO MOEILIJK REALISEERBAAR EN HOE KUNNEN WE DIT VERBETEREN?

NTvL - 2023, nummer 3, oktober 2023

dr. J. Knoop , prof. dr. M. de van der Schueren , prof. dr. J. Dekker , dr. A. de Kruif , dr. E. Naumann , prof. dr. R.W.J.G. Ostelo , J. Ratter MSc, dr. ir. E. Vasse , dr. S. Wiertsema , dr. S.F.E. van Weely , dr. J.B. Staal

SAMENVATTING

Voor veel cliëntgroepen is een behandeling vanuit meer dan één (para)medische zorgdiscipline vereist, met name als sprake is van een chronische aandoening of multimorbiditeit. Afstemming en samenwerking tussen deze disciplines (interprofessionele samenwerking) is dan noodzakelijk om goede zorg te leveren. Dit geldt ook – of in het bijzonder – voor de (paramedische) leefstijlzorg. In de praktijk komt interprofessionele samenwerking binnen deze leefstijlzorg echter moeizaam of niet tot stand door een veelvoud aan zorginhoudelijke (zoals gebrek aan kennis van expertise van andere disciplines), organisatorische (zoals gebrek aan tijd en vergoeding) of persoonlijke belemmeringen (zoals angst voor aantasting in professionele identiteit). Het is essentieel om deze belemmeringen voor interprofessionele samenwerking te ontrafelen en hier passende oplossingen voor te vinden. In dit artikel doen we hier een aanzet toe door de ervaren belemmeringen uit eigen onderzoeksprojecten te bespreken en te vergelijken met de wetenschappelijke literatuur. Vervolgens bespreken we mogelijke oplossingen voor deze belemmeringen, zowel voor de zorgprofessional als voor andere belanghebbenden, waarmee de (paramedische) leefstijlzorg kan verbeteren.

(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(3):132–8)

Lees verder

PREHABILITATIE BIJ HET COLORECTAAL CARCINOOM: VAN PREHAB-STUDIE TOT LANDELIJKE IMPLEMENTATIE?

NTvL - 2023, nummer 3, oktober 2023

drs. D.W.G. ten Cate , drs. C. Sabajo , drs. C.J.L. Molenaar , dr. G.D. Slooter

SAMENVATTING

Het ondergaan van colorectale chirurgie gaat gepaard met veel postoperatieve morbiditeit en afname van functionele capaciteit postoperatief. Bij prehabilitatie staat het verhogen van de functionele capaciteit centraal. Het verhogen van de functionele capaciteit wordt gedaan door middel van het preoperatief optimaliseren van zowel de fysieke status als de mentale conditie van de patiënt. Wij presenteren de resultaten van de grootste gerandomiseerde studie over de effectiviteit van prehabilitatie en geven onze blik op de toekomst voor prehabilitatie. Patiënten die gepland waren voor niet-gemetastaseerde colorectale chirurgie kwamen in aanmerking voor de studie. De gerandomiseerde interventiegroep kreeg een programma met vier interventies: hoog intensief gesuperviseerd trainen, optimalisatie van voedingsstatus, mentale ondersteuning en een stoppen-met-rokenprogramma. In totaal werden 251 patiënten geanalyseerd (prehabilitatiegroep (n=123); controlegroep (n=128)). Het voorkomen van een ernstige complicatie was significant lager in de prehabilitatiegroep ten opzichte van de controlegroep (CCI >20; 17,1% vs. 29,7%; OR=0,47,95%-Bl (0,26–0,87); p=0,02). Het gemiddelde verschil in afstand in de 6 minuten-wandeltest, vier weken na de operatie, was 15,6 meter (95%-BI (-1,4–32,6); p=0,07). Na de studie werd prehabilitatie standaardzorg in het Maxima MC. Het standpunt prehabilitatie is in het leven geroepen om gezamenlijk data te verzamelen en daarmee de bewijslast te leveren om prehabilitatie landelijk te implementeren.

(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(3):126–31)

Lees verder

OP WEG NAAR LANDELIJKE IMPLEMENTATIE VAN PREHABILITATIE BIJ DARMKANKER: VOORUITGANG EN HINDERNISSEN

NTvL - 2023, nummer 3, oktober 2023

dr. B. van den Heuvel

Prehabilitatie wordt vaak gezien als een boerenverstandsinnovatie. Dit komt doordat een grote operatie wordt vergeleken met het rennen van een marathon, en niemand begint ongetraind aan een marathon. Daarom is het logisch dat men zich ook voorbereidt op een grote operatie. Desondanks is prehabilitatie nog geen standaardzorg. Hoewel er binnen Nederland vanuit allerlei hoeken steun en bijval voor deze interventie te vinden is, is er ook weerstand. Die weerstand is gebaseerd op argumenten van onvoldoende wetenschappelijk bewijs en extra interventiekosten in een context waar besparingen moeilijk te verzilveren zijn. Er is in het huidige zorgstelsel geen plek om innovaties versneld en gezamenlijk te evalueren. De gemiddelde duur van introductie van een innovatie naar standaardzorg duurt in Nederland gemiddeld 17 jaar. En dat is, met het zorginfarct lonkend aan de horizon, onaanvaardbaar.

(NED TIDSCHR LEEFSTILGENEESKD 2023;1(3):124–5)

Lees verder

VITAMINE D-SUPPLEMENTEN BIJ DE BEHANDELING VAN MS: WAARDEVOL OF VRUCHTELOOS?

NTvL - 2023, nummer 3, oktober 2023

drs. M. Huismans

SAMENVATTING

Vitamine D-suppletie bij patiënten met multiple sclerose (MS) wordt al enige tijd aangeprezen binnen de alternatieve geneeskunde. In de afgelopen jaren heeft het ontstekingsremmende effect van vitamine D ook in de onderzoekswereld de interesse getrokken en daaropvolgend zijn diverse studies uitgevoerd naar de mogelijke toepassing van supplementaire vitamine D-toediening bij auto-immuunziekten als MS. De resultaten van deze wetenschappelijke studies naar de effectiviteit van vitamine D-suppletie bij de MS-behandeling bleken echter niet rechtlijnig en deels tegenstrijdig. Daarom is een aantal nieuwe klinische studies opgezet om meer duidelijkheid te scheppen over de waarde van vitamine D-supplementen bij de behandeling van MS. In dit artikel wordt een aantal van de meest relevante en recente studie-uitkomsten besproken bij patiënten met MS en vitamine D.

(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(3):120–3)

Lees verder