NTvL - jaargang 2, nummer 2, april 2024
drs. L.E.M. Koomen , dr. J. Deenik , prof. dr. W. Cahn
Leefstijlinterventies zijn belangrijk om de mentale en lichamelijke gezondheid te verbeteren van mensen met een psychiatrische aandoening. Helaas is het verwijzen naar leefstijlinterventies nog niet onderdeel van de behandelroutine in de (geestelijke) gezondheidszorg. De leefstijl van behandelaren heeft hier mogelijk invloed op. Het doel van dit onderzoek was om de persoonlijke leefstijlgewoonten, leefstijlanamnese en verwijsgewoonten van behandelaren te onderzoeken en om te evalueren of deze geassocieerd zijn met elkaar. Dit werd gedaan door middel van een cross-sectioneel online vragenlijstonderzoek en een ordinale regressieanalyse op kenmerken van de behandelaar en leefstijlanamnese en verwijzing. 1.607 behandelaren deden mee aan het onderzoek, van wie 87,6% vindt dat leefstijl onderdeel zou moeten zijn van elke psychiatrische behandeling. Echter, afhankelijk van de leefstijlfactor, doet maar 55,1–84,0% een leefstijlanamnese, 29,7–41,1% verwijst naar leefstijlinterventies en minder dan de helft (44,2%) adviseert rokende patiënten te stoppen met roken. Behandelaren die hun eigen leefstijl belangrijker vinden, fysiek actieve behandelaren, vrouwelijke behandelaren en behandelaren met een verpleegkundige achtergrond doen vaker een leefstijlanamnese en verwijzen vaker. Behandelaren die nooit hebben gerookt of gestopt zijn met roken hebben een hogere oddsratio om patiënten te adviseren te stoppen dan behandelaren die roken (2,64 en 3,40; p<0,001).
Dit onderzoek laat zien dat de persoonlijke leefstijl, gender en professie van de behandelaar geassocieerd zijn met het bespreken van leefstijl en verwijzen naar passende interventies. Dit beïnvloedt de implementatie van leefstijlpsychiatrie, en dus de optimale zorg voor het mentale en lichamelijke welzijn van patiënten met psychiatrische aandoeningen.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2024;2(2):59–69)
Lees verderNTvL - jaargang 2, nummer 1, maart 2024
drs. S. Klijntjes , drs. M.B.A. van Gent , drs. I.A. von Rosenstiel
Leefstijlgeneeskunde als onderdeel van de preventieve en curatieve zorg is actueler dan ooit. Dit artikel beschrijft het belang van leefstijlgeneeskunde als onderdeel van de zorg binnen de pediatrie. Het doel is om leefstijl meer onder de aandacht te brengen en leefstijlinterventies tot één van de centrale bouwstenen in de zorg voor kinderen te maken.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2024;2(1):14–8)
Lees verderNTvL - jaargang 2, nummer 1, maart 2024
dr. ir. I. Groenenberg , dr. ir. E.J. Brink
In de media is dagelijks te lezen over nieuw voedingsonderzoek en volgt de ene voedingstrend na de andere. Betrouwbaar voedingsadvies in de huisartsenpraktijk helpt patiënten gezonder te eten en zo gezondheidsrisico’s te verkleinen. De Schijf van Vijf schetst op basis van wetenschappelijke consensus de kaders voor een gezond en gevarieerd voedingspatroon. In dit artikel duiken we in de wetenschap achter de Schijf van Vijf. Wat zijn de adviezen en hoe komen ze tot stand? We laten zien welke materialen en tools kunnen helpen uw patiënten richting een gezonder voedingspatroon te bewegen. Aan de hand van twee voedingstrends nemen we u mee in vragen die een patiënt of cliënt kan hebben over voeding en hoe u die, op basis van de wetenschap, kunt beantwoorden.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2024;2(1):7–13)
Lees verderNTvL - 2023, nummer 4, december 2023
drs. S. Dieleman , drs. L. Hillege , drs. J. Ziemons , drs. L.F.S. Kooreman , dr. J. Penders , dr. A. Boleij , prof. dr. H.I. Grabsch , prof. dr. M.L. Smidt
De samenstelling van de darmmicrobiota verschilt tussen kankerpatiënten en gezonde controlepersonen. Verschillende mechanismen zijn beschreven die mogelijk verklaren hoe de darmmicrobiota kankerontwikkeling en behandelingen beïnvloedt. Het immuunsysteem speelt hierbij een belangrijke rol. Bacteriën beïnvloeden de infiltratie van immuuncellen en deze kunnen een stimulerende of juist remmende werking hebben op de tumor. Naast de darmmicrobiota is er mogelijk aanwezigheid van tumorspecifieke bacteriën in verschillende kankersoorten, dat mogelijk ook bijdraagt aan de lokale modulatie van de tumor-immuunmicro-omgeving. Er is echter nog veel discussie gaande over het bestaan van tumorspecifieke microbiota. Dit artikel geeft een overzicht van de invloed van de microbiota op het immuunsysteem in de ontwikkeling van kanker en de werking van immuuntherapie.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023:1(4):177–82)
Lees verderNTvL - 2023, nummer 4, december 2023
dr. M.G. de Rijk , dr. J.E. Oosterman
Onze interne (biologische) klok reguleert bijna alle processen in het lichaam, afgestemd op het 24-uursritme in licht en donker. In de huidige maatschappij leven we sinds de opkomst van het kunstlicht niet meer met het opkomen en ondergaan van de zon, en steeds meer mensen werken in ploegendiensten. Tegelijkertijd zien we juist bij mensen die in nachtdiensten werken vaker metabole aandoeningen, zoals overgewicht en diabetes type 2. Niet alleen nachtdienstwerkers leven uit fase met hun interne klok; in de huidige 24-uurseconomie, waarin we onze interne klok niet altijd meer respecteren, lopen veel meer mensen het risico om metabole ziekten te ontwikkelen, door bijvoorbeeld laat eten, weinig slapen en lichtblootstelling tot laat op de avond. Het op de juiste tijd uitvoeren van leefstijlinterventies kan leiden tot een verbetering van het ritme van de biologische klok. Dit kan een aanvullende strategie zijn om bij te dragen aan het verbeteren van metabole gezondheid en glucosehomeostase, niet alleen voor nachtdienstwerkers, maar voor de gehele populatie.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(4):169–76)
Lees verderNTvL - 2023, nummer 4, december 2023
dr. A.L. Opperhuizen , dr. M.C.M. Gordijn
Deze editorial hoort bij de bijdrage van De Rijk MG, Oosterman JE, getiteld ‘Loop niet uit de pas: de interne klok als aangrijpingspunt voor leefstijlinterventies.’
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1(4):167–8)
Lees verderNTvL - 2023, nummer 3, oktober 2023
dr. B. van den Heuvel
Prehabilitatie wordt vaak gezien als een boerenverstandsinnovatie. Dit komt doordat een grote operatie wordt vergeleken met het rennen van een marathon, en niemand begint ongetraind aan een marathon. Daarom is het logisch dat men zich ook voorbereidt op een grote operatie. Desondanks is prehabilitatie nog geen standaardzorg. Hoewel er binnen Nederland vanuit allerlei hoeken steun en bijval voor deze interventie te vinden is, is er ook weerstand. Die weerstand is gebaseerd op argumenten van onvoldoende wetenschappelijk bewijs en extra interventiekosten in een context waar besparingen moeilijk te verzilveren zijn. Er is in het huidige zorgstelsel geen plek om innovaties versneld en gezamenlijk te evalueren. De gemiddelde duur van introductie van een innovatie naar standaardzorg duurt in Nederland gemiddeld 17 jaar. En dat is, met het zorginfarct lonkend aan de horizon, onaanvaardbaar.
(NED TIDSCHR LEEFSTILGENEESKD 2023;1(3):124–5)
Lees verder