Intensieve leefstijlveranderingen kunnen een gunstige invloed hebben op de progressie van milde cognitieve stoornissen (MCI) of vroege dementie door de ziekte van Alzheimer. Dat is de conclusie uit een nietw onderzoek door wetenschappers van de University of California (Verenigde Staten). De studie is gepubliceerd in vakblad Alzheimer’s Research & Therapy.
Het onderzoek betrof een multicenter, gerandomiseerde, gecontroleerde fase 2 studie, waarbij patiënten van 45 tot 90 jaar met MCI of vroege alzheimer deelnamen. Deze patiënten hadden een Montreal Cognitive Assessment (MoCA) score van 18 of hoger, wat wijst op milde cognitieve beperkingen. Gedurende 20 weken onderging een groep patiënten bovenop de standaardzorg een intensief leefstijlinterventieprogramma, wat zich focuste op verschillende leefstijlaspecten zoals beweging, terwijl de controlegroep op een wachtlijst stond en alleen gebruikelijke zorg ontving.
De belangrijkste uitkomstmaten waren veranderingen in cognitieve en functionele tests: de Clinical Global Impression of Change (CGIC), de Alzheimer’s Disease Assessment Scale (ADAS-Cog), de Clinical Dementia Rating–Sum of Boxes (CDR-SB), en de Clinical Dementia Rating Global (CDR-G). Deze tests werden toegepast om de cognitieve en functionele toestand van de patiënten te beoordelen. Verder keken de onderzoekers naar de plasma Aβ42/40 ratio, andere biomarkers en de correlatie tussen leefstijl en hoeveel deze waarden veranderden.
In totaal namen 51 patiënten deel aan het onderzoek, met een gemiddelde leeftijd van 73,5 jaar. Bij aanvang van het onderzoek waren er geen significante verschillen tussen de interventie- en controlegroep. Na 20 weken waren er significante verschillen tussen de groepen in de CGIC (p=0,001), CDR-SB (p=0,032), en CDR-G (p=0,037) tests. Bij de ADAS-Cog test was bijna een significant verschil te zien (p=0,053). De interventiegroep vertoonde verbetering in cognitieve functies en algeheel functioneren, terwijl de controlegroep juist een achteruitgang liet zien. Opvallend was de stijging van de plasma Aβ42/40 ratio in de interventiegroep en de daling ervan in de controlegroep (p=0,003). Alleen in de interventiegroep was bovendien een verbetering van het microbioom te zien (p <0,0001).
De resultaten van deze studie suggereren dat leefstijlveranderingen, zoals een verbeterd dieet, meer lichaamsbeweging en mentale stimulatie, significant de cognitieve en functionele achteruitgang kunnen vertragen bij patiënten met MCI of vroege AD. Deze bevindingen bieden nieuwe hoop en benadrukken het belang van leefstijlinterventies als potentieel effectieve strategie om de progressie van Alzheimer te vertragen. Verdere grootschalige studies zijn nodig om verder uit te zoeken wat het effect is van leefstijl op Alzheimer en welke mechanismen zorgen voor een vertraging van de ziekte.
Dit onderzoek markeert volgens de wetenschappers een belangrijke mijlpaal in de strijd tegen Alzheimer. Door te kijken naar de belangrijke rol van leefstijl, kunnen er nieuwe behandelingen worden ingezet die verder gaan dan medicatie alleen. Dit kan bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van leven en het afremmen van de ziekteprogressie bij Alzheimerpatiënten.
Referentie