
De vernieuwde obesitasstandaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) dwingt huisartsen in Nederland tot een veel actiever beleid bij overgewicht en obesitas. De richtlijn legt de lat hoog, met nadruk op evidence-based screening, systematische follow-up en een integrale benadering die zowel sociale als medische factoren meeneemt.
Waar voorheen de diagnostiek voornamelijk draaide om het simpelweg vaststellen van BMI, eist de NHG-richtlijn nu een stapsgewijze aanpak met expliciete toestemming voor een gesprek over gewicht. Tools zoals Checkoorzakenovergewicht.nl en de Praatplaat helpen om onderliggende oorzaken, psychosociale omstandigheden en familiaire risicofactoren vroegtijdig bloot te leggen. Bij kinderen wordt standaard gevraagd naar de controle door de jeugdgezondheidszorg, eventuele ontwikkelingsachterstand en signalen die kunnen duiden op een genetische oorzaak. Obesitas die al op jonge leeftijd ontstaat, ongeremde eetlust en opvallende vetverdeling zijn alarmsignalen voor verder onderzoek.
Bij het lichamelijk onderzoek laat de standaard niets aan het toeval over: afwijkende vetverdeling, huidafwijkingen zoals acanthosis nigricans of striae, en vroeg puberteitsverschijnselen worden nauwkeurig genoteerd. Risicofactoren zoals een positieve familiegeschiedenis voor diabetes, obstructief slaapapneu en psychische klachten worden direct gekoppeld aan aanvullende diagnostiek zoals nuchtere glucosemetingen vanaf obesitas graad 1 bij kinderen ouder dan vijf jaar. Hierdoor kan gerichter worden ingegrepen en worden complicaties tijdig opgespoord.
De richtlijn is glashelder: een gezonde leefstijl vormt altijd de basis van de behandeling, zowel bij kinderen als volwassenen. Voor kinderen betekent dit voedingsadvies op basis van de Schijf van Vijf, beperking van ultrabewerkte voeding en minimaal één uur matige beweging per dag. Maar het beleid strekt verder dan voeding en beweging; ook voldoende slaap, stressreductie en het beperken van schermtijd zijn integraal onderdeel van het consult.
Bij volwassenen blijft het adagium krachtig: minimaal 150 tot 200 minuten matig intensieve beweging per week, met aanvullend tweemaal per week krachttraining. Alcoholgebruik wordt afgeraden, zeker boven één glas per dag. Een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) mag pas geïnitieerd worden bij een BMI van 25 met verhoogde buikomvang of comorbiditeit, en vanaf BMI 35 standaard aangeboden. Hiermee sluit Nederland aan bij internationale standaarden, maar met een duidelijk multidisciplinair karakter: naast de huisarts krijgt ook het sociaal domein een prominente rol.
Pas als intensieve leefstijlinterventie na een jaar niet tot het gewenste resultaat leidt – een gewichtsverlies van minimaal 10 procent – mag medicatie worden overwogen. Werkzame stoffen als liraglutide, semaglutide of naltrexon/bupropion komen in aanmerking, maar alleen bij volwassenen met een BMI boven 35 en comorbiditeit, of een BMI boven 40. Huisartsen schrijven deze middelen uitsluitend voor aan gemotiveerde patiënten die daarnaast actief blijven werken aan een gezonde leefstijl. Duidelijke stopcriteria zijn er wel: minder dan 5% gewichtsverlies na twaalf weken op maximale dosis betekent stoppen.
Verwijzing voor bariatrische chirurgie is strikt gereserveerd voor patiënten met slecht gereguleerde diabetes type 2 bij BMI vanaf 30, bij BMI 35 met ernstige comorbiditeit, of boven BMI 40 zonder afdoende resultaat op andere behandeltrajecten. De nazorg verloopt uitsluitend via gespecialiseerde centra en is nauwkeurig omschreven. Het risico op complicaties, dumpingklachten of medicamenteuze interacties vraagt om regelmatige evaluatie en consultaties met paramedici, diëtisten en internisten.
Meer informatie
Raadpleeg de nieuwe Richtlijn Obesitas op de website van het NHG.