Helft van de deelnemers aan Gecombineerde Leefstijlinterventie haakt vroegtijdig af

juni 2023 Opinie Leefstijl Wet & Regelgeving Willem van Altena

Steeds meer mensen in Nederland nemen deel aan een programma voor Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). In 2022 steeg het aantal deelnemers naar ruim 73.000. Dat blijkt uit de halfjaarlijkse rapportage van het RIVM. Het gaat om een stijging van 51% sinds eind mei 2022. Toen lag het aantal deelnemers nog op ruim 48.000 mensen. Toch is er nog geen reden om de vlag uit te steken: het RIVM stelt ook vast dat slechts de helft van de deelnemers het tweejarige traject helemaal afmaakt. En ruim een kwart van de mensen stopt al gedurende het eerste jaar.

Een GLI is een programma waarbij mensen in 2 jaar onder begeleiding hun eetgewoontes en beweeggedrag veranderen. Onder voorwaarden wordt zo’n programma vergoed vanuit de basisverzekering. Sinds 2019 wordt GLI vergoed, en in de afgelopen jaren is ruim 33 miljoen euro door de zorgverzekeraars gespendeerd.

GLI blijkt effectief als het gaat om het bereiken van gewichtsverlies: gemiddeld raken deelnemers zo’n 3,5% van hun lichaamsgewicht kwijt na gemiddeld 9 maanden. De buikomgang neemt af met 3,4% en de body mass index (BMI) met 1,2 kg/m². Het RIVM ziet hierin geen verschil tussen mensen met een lagere of hogere BMI bij de start met de GLI. Deze cijfers zijn gebaseerd op metingen bij een groep van 923 mensen die een goed beeld vormt van alle deelnemers.

Dat er zoveel mensen afhaken bij het GLI-programma baart wel zorgen bij enkele experts. Het blijkt dat 26% van de deelnemers al in het eerste jaar stopt. En van degenen die starten aan het tweede jaar, stopt alsnog zo’n 35%. Als redenen om te stoppen wordt vaak een gebrek aan tijd en/of motivatie aangevoerd.

Barrières overwinnen

Maureen Ros is specialist Fit & Gezond bij het Kenniscentrum Sport & Bewegen. Zij denkt dat de focus van een GLI meer zou moeten liggen op het motiveren van mensen om meer aan duurzame lichaamsbeweging te doen. “Juist daar valt veel winst te behalen. Duurzaam meer gaan bewegen is een van de doelen van de GLI. Toch ligt in de meeste GLI’s de focus momenteel voornamelijk op uitleg over het belang van bewegen en het beschikbare beweegaanbod, en niet zozeer het daadwerkelijk in beweging brengen. Mensen die in aanmerking komen voor de GLI hebben meestal weinig ervaring met bewegen en moeten barrières overwinnen om te gaan bewegen”, stelt Ros.

Buurtsportcoach

“Bewegen onder begeleiding van bijvoorbeeld een buurtsportcoach helpt deze barrières verminderen, verbetert het lichamelijke kunnen en het zelfvertrouwen. En dat terwijl bij de meeste GLI’s het samen bewegen dus geen structureel onderdeel van het programma is. Daarbij voorziet de basisverzekering niet in vergoeding van de inzet van niet-paramedische beweegprofessionals, zoals de buurtsportcoach, binnen de GLI”, gaat zij verder.

“Bewegen speelt een belangrijke rol bij het behalen van gezondheidswinst, meer dan alleen het bijdragen aan gewichtsverlies en het behoud daarvan. Bovendien draagt bewegen via verschillende wegen bij aan een beter immuunsysteem. Ook heeft het positief effect op emotioneel en sociaal vlak. Op het mentale vlak zorgt bewegen onder andere voor een uitlaatklep, verbeterde stressregulatie en afname van angstige en depressieve gevoelens.”

Positieve ervaringen

Ros pleit ervoor dat de opzet van GLI verandert, en dat er meer aandacht komt voor beweegprogramma’s, die door de zorgverzekeraars vergoed worden. “De juiste inzet van bijvoorbeeld een buurtsportcoach of een beweegprogramma gekoppeld aan een GLI kan deelnemers helpen hun leefstijl te veranderen. Ze doen positieve ervaringen op met bewegen, het zelfvertrouwen groeit, evenals het eigen kunnen. Tot slot vinden deelnemers met ondersteuning van de buurtsportcoach beter de weg naar passend sport- en beweegaanbod, met langdurige deelname en een actievere leefstijl als gevolg”, denkt Ros.

Ze waarschuwt tot slot: “Als het daadwerkelijke bewegen geen onderdeel wordt van het programma en de GLI alleen blijft inzetten op kennisoverdracht over het belang van bewegen, kan dat de effectiviteit richting zichtbare en blijvende leefstijlverandering nadelig beïnvloeden. Inzetten op het in beweging brengen van de deelnemers en daar positieve ervaringen mee opdoen is cruciaal bij het stimuleren van een actievere leefstijl.”