Associatie tussen gebruik moderne diabetesmedicijnen en lager dementierisico bij diabetes type 2

juni 2025 Preventie Diabetologie Neurologie Willem van Altena

Bij mensen met diabetes type 2 blijken glucagon-like peptide-1 (GLP-1)-agonisten en natrium-glucose-cotransporter-2 (SGLT-2)-remmers gepaard te gaan met een significant lager risico op de ziekte van Alzheimer en gerelateerde dementieën vergeleken met andere bloedglucoseverlagende middelen. De resultaten zijn consistent over verschillende patiëntgroepen en analysemethoden, wat wijst op een mogelijk neuroprotectief effect van deze medicatie bij cognitieve achteruitgang.

Het onderzoek werd uitgevoerd door Huilin Tang, PhD, MSc, postdoctoraal onderzoeker aan het Department of Pharmaceutical Outcomes and Policy, University of Florida College of Pharmacy, Gainesville, Verenigde Staten. Het onderzoek is gepubliceerd op 7 april 2025 in het tijdschrift JAMA Neurology.

Achtergrond en opzet

Diabetes type 2 is een bekende risicofactor voor het ontwikkelen van dementie, waaronder de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Om het effect van moderne bloedglucoseverlagende middelen op het dementierisico te onderzoeken, analyseerden onderzoekers elektronische patiëntendossiers van volwassenen van 50 jaar en ouder met diabetes type 2, zonder eerdere diagnose van dementie of behandeling daarvoor. In totaal werden bijna 400.000 patiënten gescreend, waarvan 33.858 werden geïncludeerd in het cohort GLP-1-agonist versus andere bloedglucoseverlagende middelen, 34.185 in het SGLT-2-remmer versus andere bloedglucoseverlagende middelen cohort, en 24.117 in het GLP-1-agonist versus SGLT-2-remmer cohort. De gemiddelde leeftijd lag tussen 63,8 en 65,8 jaar, en de follow-up varieerde van 1,95 tot 2,39 jaar.

Methode en uitkomstmaten

De onderzoekers vergeleken de start van GLP-1-agonisten, SGLT-2-remmers of andere bloedglucoseverlagende middelen. De primaire uitkomst was het optreden van de ziekte van Alzheimer en gerelateerde dementieën, vastgesteld aan de hand van klinische diagnoseregistratie. De analyses werden gecorrigeerd voor potentiële verstorende factoren met behulp van inverse probabiliteit van behandeling weging. Secundair werd gekeken naar subgroepen en gevoeligheidsanalyses.

Resultaten en dementiepreventie

De incidentie van dementie was lager bij mensen die startten met een GLP-1-agonist (rate difference: -2,26 per 1000 persoonsjaren; 95%-BI: -2,88 tot -1,64; hazard ratio [HR]: 0,67; 95%-BI: 0,47-0,96) of een SGLT-2-remmer (rate difference: -3,05 per 1000 persoonsjaren; 95%-BI: -3,68 tot -2,42; HR: 0,57; 95%-BI: 0,43-0,75) ten opzichte van andere bloedglucoseverlagende middelen. Tussen GLP-1-agonisten en SGLT-2-remmers werd geen significant verschil gevonden (rate difference: -0,09 per 1000 persoonsjaren; 95%-BI: -0,80 tot 0,63; HR: 0,97; 95%-BI: 0,72-1,32).

Klinische toepassingen

De bevindingen ondersteunen het idee dat zowel GLP-1-agonisten als SGLT-2-remmers mogelijk een beschermende rol kunnen spelen bij het voorkomen van dementie bij mensen met diabetes type 2. Dit is klinisch relevant omdat diabetespatiënten een verhoogd risico lopen op cognitieve achteruitgang. De resultaten geven aan dat de keuze voor deze middelen niet alleen gunstig kan zijn voor de glucoseregulatie, maar ook voor de hersenfunctie. Dit kan leiden tot meer aandacht voor preventieve strategieën in de dagelijkse praktijk, vooral bij patiënten met een hoog risico op cognitieve problemen.

Referentie
Tang H, Donahoo WT, DeKosky ST, et al. GLP-1RA and SGLT2i Medications for Type 2 Diabetes and Alzheimer Disease and Related Dementias. JAMA Neurol. 2025;82(5):439–449. doi:10.1001/jamaneurol.2025.0353